Het vraagt moed om je (als eerste) uit te spreken, het vraagt van de ander geduld om met aandacht te luisteren en door te vragen, en het vraagt een mate van oprechte nieuwsgierigheid naar elkaar. Het is een wisselwerking tussen vragen stellen, antwoord geven, doorvragen, observeren en aangeven wat je ziet, voelt en denkt.
Je uitspreken over iets of iemand gaat niet over of je assertief, introvert of extravert bent.
Bij de methodiek van de aanspreekcirkel word je door je gesprekspartner(s) uitgenodigd om je aan de hand van een set van verkennende en verdiepende vragen je uit te spreken. Dit gebeurt over en weer.
De uitspreekfase heeft als primair doel dat de ander jou en de situatie waar je mee te maken hebt beter leert kennen en dat jij de ander en diens situatie beter leert kennen. Het effect is dat eenieder zich meer gezien en gehoord voelt over wat er speelt, wat er aan de hand is, wat er precies bedoeld wordt en hoe het voor de ander is. Dit is waar het fundament gelegd wordt om meer gebruik te kunnen maken van je ontwikkelvermogen, namelijk: delen met elkaar. In deze fase is het van belang om nog niets te vinden, niets te willen en geen standpunten in te nemen. Door je uit te spreken leert de ander jou beter kennen en ziet wat er speelt en dat kan zomaar invloed hebben op wat de ander van jou of iets vindt. Willen en vinden is het terrein van de bespreekfase, de tweede fase uit de aanspreekcirkel.
Je uitspreken vraagt moed omdat je dit mogelijk niet gewend bent en omdat je niet weet wat de eventuele risico's of gevolgen zullen zijn. Dit kan variëren van angst om afgewezen te worden, om niet gesteund te worden, om iets ongepasts te zeggen, om niet goed genoeg te zijn, om iets te zeggen wat de ander zou kunnen kwetsen of om bang te zijn voor de consequenties. Het zijn deze angsten die je in de weg staan om je uit te spreken. Aan de andere kant zijn er mensen die zich juist makkelijk uitspreken over iets of iemand. Hier ligt de valkuil op de loer dat dit gepaard gaat met iets vinden, iets willen of standpunten innemen, vooringenomen zijn en de ander de ruimte ontnemen om zich gezien en gehoord te voelen. Elkaar verwijten maken en 'oud zeer' inbrengen is wat er dan vaak gebeurd.
Je gehoord en gezien voelen kan een hele nieuwe ervaring zijn. Een ervaring die emoties oproept bij zowel jou zelf, alsmede bij de ander. Ook je uitspreken over iets of iemand kan emoties triggeren. Zeker als het de ander aangaat. Geef emoties de ruimte en ga rustig verder als de emoties gezakt zijn. Zijn de emoties te heftig dan kan een onderbreking op zijn plaats zijn. Ook dat is helemaal oké. Emoties negeren of tekortdoen werkt averechts. Bij de introductie van de aanspreekcirkel is het handig om, in geval van een groep, een informele gespreksleider aan te stellen die naast deelnemer ook observeerder van het proces is.
Door duidelijk en ferm uit te spreken wat je van de ander(en) verwacht voorkom je misverstanden en teleurstellingen als bron van wantrouwen en frustraties. Net als vragen wat er precies bedoeld wordt, blijft het vragen en uitspreken van de verwachtingen veelal achterwege. Je kunt er dan ook niets van vinden en afspraken worden gemaakt in de vanzelfsprekendheid dat je mag verwachten dat de ander afspraken nakomt. Zodra je dan de ander aanspreekt wordt dit snel als kritiek en teleurstelling ervaren door de ander. Het elkaar waarderend aanspreken blijft achterwege.
Je kunt te maken hebben met een omgeving waarbij jezelf uitspreken niet gewaardeerd wordt of sterker nog, niet getolereerd wordt. Het niet uitspreken zal niet in het beleid zijn vastgelegd, maar eerder verborgen zitten in de cultuur. Als het om ontwikkelen met behulp van de aanspreekcirkel gaat zijn er grofweg twee varianten; een destructieve leercultuur en een constructieve leercultuur. De aanspreekcirkel komt het beste tot zijn recht in een constructieve leercultuur waar uitspreken wordt aangemoedigd, fouten als leermomenten worden gezien, kennis delen wordt gestimuleerd en waarbij feedback en reflecties geven als normaal en krachtig wordt gezien. Bij een destructieve leercultuur liggen de zaken wat anders. Jezelf uitspreken wordt dan eerder ontmoedigd, fouten worden bekritiseerd dan wel bestraft, ieder houdt bij voorkeur kennis voor zichzelf en feedback en reflecties geven is ongebruikelijk en wordt als zwak ervaren. Hoe dan ook, het vraagt extra moed, zorgvuldigheid en rugdekking om je openlijk uit te spreken.
En dan is er nog de angstcultuur, die gaat nog verder dan een destructieve leercultuur. Mocht je hiermee te maken hebben, uit berichten in de media blijkt dat dit vaker voorkomt dan verondersteld, dan is het van belang om gericht hulp te zoeken of aan de bel te trekken. Dat kan bij onderstaande link:
Samenvattend staan in de uitspreekfase de volgende drie verkennende en verdiepende vragen (of varianten hierop) centraal:
Afhankelijk van hoe de aanspreekcirkel wordt ingezet dit kan themagericht zijn, situatie gericht zijn, mensgericht zijn, organisatie gericht zijn. Het einddoel van het werken met de aanspreekcirkel is van binnenuit, vanuit ieders eigen regie, samen ontwikkelen, uitdagingen aangaan en daarbij verwachtingen naar elkaar uitspreken. Het is de beste stap naar elkaar serieus nemen en je serieus genomen voelen. Hierover schrijf ik verder in de bespreekfase.
Proeverij & Vragenuurtje
Wil jij meer weten over de Mdieu interventies?
Dan ben jij van harte welkom op:
In samenwerking met VVT en het projectteam Overmorgen organiseren we voor geïnteresseerden een vragenuurtje waarin we met veel plezier onze voorbeeld interventies toelichten.
De proeverij gaat specifiek in op de interventie ‘van uitspreken naar aanspreken’.
Door jezelf uit te spreken leg je de basis om elkaar beter teleren kennen, elkaar beter te begrijpen van daar uit elkaar eerder en beter aan te spreken. In deze proeverij gaan we aan de hand van de aanspreekcirkel een eerste verkenning doen. Het. vraagt moed om je uit tespreken en geduld om echt naar elkaar te luisteren.
Je kunt je aanmelden via het aanmeldingsformulier op deze pagina.